Focaccia
2 stuks
DIT HEB JE NODIG
250 ml lauw water (dat is hetzelfde als 250 gram lauw water)
500 gram bloem
3 eetlepels olijfolie en wat extra
1 eetlepel poedersuiker of gewone suiker
1 theelepel zout
7 gram gedroogde gist
de blaadjes van een takje rozemarijn
grof zeezout
bakpapier
ZO MAAK JE HET
1 Giet het water in een kom en strooi de bloem erover.
2 Giet de olijfolie in een hoekje van de kom, de suiker in een ander hoekje en het zout in weer een andere hoek.
3 Maak een kuiltje in het midden van de bloem en schep de gist erin.
4 Kneed tot je een soepel deeg hebt en voeg eventueel nog wat bloem toe, als het deeg te plakkerig is.
5 Vet een kom in met olijfolie en leg de deegbol in de kom. Leg een theedoek of een stuk ingevet plasticfolie over de kom. (Vet het folie aan de onderkant in, zodat het deeg niet aan het plastic vastplakt als het deeg rijst.) Laat het deeg minstens 1 uur rijzen (dit gaat het beste op een tochtvrije warme plaats; ik zet de kom meestal op de verwarming of in de zon).
6 Verwarm de oven voor op 220 graden.
7 Bestuif het aanrecht met bloem.
8 Verdeel het deeg in 2 bollen. Kneed de bollen nog eventjes goed door (maar niet te lang, want dat haalt de lucht uit het deeg).
9 Leg een vel bakpapier op een bakplaat en leg de bollen deeg erop.
10 Duw met je hand het deeg een beetje plat (ongeveer 1 cm hoog).
11 Maak met je vingers kuiltjes in het deeg en giet een beetje olijfolie in de kuiltjes.
12 Bestrooi de focaccia's nu met rozemarijn en grof zeezout.
13 Bak de focaccia’s 12 tot 15 minuten.
OOK LEKKER
- Strooi een beetje kaas over de focaccia's.